Het bereiken van financiële onafhankelijkheid hangt van veel factoren af, één van de belangrijkste is misschien wel de spaarquote. De spaarquote is het percentage van je netto inkomen dat je spaart (of belegt).
Hoe bereken je de spaarquote?
Het berekenen van je spaarquote is heel makkelijk, je hebt hiervoor je netto inkomen over een bepaalde periode (bijvoorbeeld van een maand, of jaar) en het bedrag dat je in dezelfde periode gespaard hebt nodig.
Rekenvoorbeeld
Merel heeft in 2019 een netto jaarinkomen van €30.000, van dit bedrag spaart ze €8500. De spaarquote van Merel is €8500 / €30.000 x 100 = 28.3%.
Waarom is de spaarquote belangrijk?
Als je financieel onafhankelijk wil worden, is je spaarquote belangrijk. Deze bepaalt namelijk hoe lang je moet werken om voor één jaar aan uitgaven te sparen. Hoe hoger je spaarquote is, hoe eerder je financieel onafhankelijk bent.
Laten we inflatie, vermogensrendementsheffing en mogelijk rendement op de beurs buiten beschouwing, dan kun je op basis van je jaarlijkse uitgaven en gespaarde bedrag goed zien waarom een hogere spaarquote je helpt om eerder financieel onafhankelijk te zijn. In onderstaande tabel zie je hoe lang je met een bepaalde spaarquote moet sparen om één jaar niet te hoeven werken:
Spaarquote | 20% | 40% | 50% |
Netto jaarinkomen | €30.000 | €30.000 | €30.000 |
Uitgaven per jaar | €24.000 | €18.000 | €15.000 |
Gespaard bedrag | €6000 | €12.000 | €15.000 |
Aantal jaar sparen | 4 jaar | 1.5 jaar | 1 jaar |
Het heeft dus zin om te besparen op je uitgaven. Besparen op je vaste lasten is een aanrader, omdat je daarmee structureel bespaart. Daarnaast geldt: hoe minder geld je nodig hebt om van rond te komen, hoe minder geld je hoeft te sparen om financieel onafhankelijk te zijn.
Het bijhouden van schommelingen in je spaarquote over een langere periode geeft je niet alleen inzicht, het werkt bovendien motiverend, maak er een uitdaging van om je spaarquote zo hoog mogelijk te houden!
Reageren