Hoewel een spaarrente van rond de 1% niets is in vergelijking met de torenhoge inflatie, is het toch een opsteker dat de meeste banken hun rentes de laatste tijd verhogen. Maar de verschillen tussen de spaarrentes bij banken zijn groot.

Spaarrente bij de grootbanken

Vanaf juni ontvang je bij ING 1% spaarrente over tegoeden tot €10.000, voor je spaargeld boven dat bedrag ontvang je 0.9% rente. Rabobank daarentegen biedt 1% spaarrente over een tegoed tot maximaal 5 miljoen euro. Ook de banken die onderdeel zijn van de Volksbank (SNS, Regiobank, ASN) hebben onlangs hun rente verhoogd. Maar met 0.75% spaarrente bij SNS en Regiobank en 0.7% spaarrente bij ASN blijven deze banken nog wat achter.

Echter, klanten van deze grootbanken blijven vaak toch wel sparen bij hun vaste bank, dus deze banken voelen weinig druk om hun spaarrentes enorm te verhogen.

Een hogere spaarrente bij neo-bank Bunq

Tegelijkertijd biedt neo-bank Bunq op het moment van schrijven al een spaarrente aan van 2.01%, ruim het dubbele dus. Sommige spaarders zijn huiverig om over te stappen op deze vrij nieuwe bank die alleen digitaal werkt, en dus geen bankkantoren heeft – maar Bunq valt net als de eerder genoemde meer bekende banken onder het Nederlandse Depositogarantiestelsel. Dit depositogarantiestelsel garandeert tegoeden tot €100.000 in het geval dat een bank omvalt.


Spaarrentes over de grens

Als je een nog hogere rente wilt, kun je overwegen je spaargeld bij een bank in het buitenland te stallen. Zo kun je bij het Spaanse OpenBank je spaargeld een jaar vastzetten en ontvang je een rente van 3%. Net als Bunq is OpenBank ook een neo-bank.

Belangrijk is om voordat je je spaargeld naar een buitenlandse bank verhuist, goed uit te zoeken of de bank onder een depositogarantiestelsel valt en wat de voorwaarden hiervan zijn. Je wilt natuurlijk voorkomen dat je in een situatie komt zoals veel Nederlandse spaarders in 2008, die hun geld bij IceSave in IJsland hadden ondergebracht.

Delen: